Amélie is 16 jaar en quasi opgegroeid in de Hedwigepolder. Menig weekend en schoolvakantie brachten zij en haar zus Ashley door bij hun grootouders in de polder. Logisch dat zoveel mooie herinneringen een warm gevoel voor de streek hebben achtergelaten in het hart van de meisjes. Hoewel het haar nog altijd zwaar valt om te zien hoe de fysieke herinneringen aan haar prille jeugd langzaam ten prooi vallen aan de sloophamer, bleef Amélie niet bij de pakken neerzitten. Eenmaal ze lucht had gekregen van de plannen met het hout uit de polder was ze er als de kippen bij om 'haar plank' te claimen.
Even terug naar af. Eén van de eerste zichtbare werkzaamheden in de Hedwigepolder was het kappen van de lange rijen statige populieren langs de dijken en wegen in het landschap. Uit de opbrengst werden 100 stammen van 2,5 meter lengte geselecteerd en vervolgens zorgvuldig gezaagd en gedroogd. De volgende stap is verduurzaming van het hout, zodat het ook bij gebruik in een 'vijandige' omgeving als de ruige elementen aan de rand van Grenspark Groot Saeftinghe lang overeind blijft. In de Antwerpse haven staat de tweede fabriek van het van oorsprong Noorse bedrijf Kebony. Zij zijn gespecialiseerd in het verduurzamen van Europees zachthout tot een eindproduct dat vaak de normen van tropisch hardhout overschrijdt. Na geslaagde testen in het laboratorium in Skien, Noorwegen, staat de rest van het Hedwigehout op de nominatie om binnenkort hier in Antwerpen een zelfde behandeling te ondergaan.
Samen met haar grootvader wil Amélie een tafel creëren uit de plank die zij in september uit handen van Richard Rozemeijer van de provincie Zeeland mocht ontvangen. Een bijzonder stuk hout, want het is het eerste verduurzaamde stuk hout uit haar geliefde polder dat daadwerkelijk zal worden gebruikt. In een later stadium zullen we eindproduct van de firma Kebony steeds vaker tegenkomen in de bouwwerken en constructies die het grenspark haar uiteindelijke vorm en uitstraling zullen geven. Voor nu zijn we natuurlijk vooral benieuwd naar hoe Amélies tafel er uiteindelijk uit zal zien.
Fotografie: Marc Pannier