Wie vandaag de dag vanuit Grenspark Groot Saeftinghe de enorme container- en andere schepen over de Westerschelde naar en van de Antwerpse haven ziet varen, is vaak onder de indruk hoever deze mastodonten landinwaarts kunnen komen. De diepe vaargeul, moderne navigatieapparatuur en natuurlijk de inzet van het loodswezen zorgen dat de scheepvaart veilig over de Schelde laveert. Maar hoe ging dat vroeger dan? En heel vroeger? Op de website Zeeuwse Ankers laat archeoloog Hans Jongepier van Erfgoed Zeeland enkele voorbeelden zien van vuurbakens die zijn teruggevonden in Het Verdronken Land van Saeftinghe.
Raadselachtige cirkels die bloot spoelen bij laag water. Zwart uitgeslagen baksteen, pek en aardewerkresten. Voeg er nog wat nevelige legendes over een geheimzinnig verdwenen kasteel aan toe en je hebt alle ingrediënten voor een spannend jongensboek. Die kant gaat het verhaal op Zeeuwse Ankers niet uit, maar dat maakt de feiten niet minder intrigerend. Sporen die aantonen dat meer dan vijfhonderd jaar geleden al lichtbakens werden opgericht om de weg naar de haven te wijzen zijn op zichzelf al spannend genoeg. Probeer je maar eens voor te stellen hoe je vroeg in de morgen in het duister langs die verraderlijke Scheldemonding moet navigeren, je wambuis klam van de ochtendnevel, turend naar een herkenningspunt dat je de weg kan wijzen.
Hier vind je de link naar het artikel op de website van Zeeuwse Ankers.