Tot zijn vader in 1390 door Philips de Stoute uit zijn ambt als Burchtvoogd, Baljuw en Moermeester van Beveren werd gezet, was de familie Vijd van groot belang in het Beverse. Zo werden de eerste polders in het land van Beveren ingepolderd in opdracht van de familie Vijd. Geen wonder dat men in Beveren de link met Grenspark Groot Saeftinghe snel gelegd heeft. Maar waarom nu? In Gent is 2020 uitgeroepen tot het Van Eyck-jaar, naar de gebroeders Van Eyck, schilders van het Lam Gods. Wat veel minder bekend is, is dat het wereldberoemde drieluik van de gebroeders van Eyck geschilderd is in opdracht van niemand minder dan, inderdaad, 'bekende Bevereneir' Joos Vijd.
Dat 2020 op heel veel vlakken een bijzonder jaar zou worden konden de initiatiefnemers in Beveren op voorhand niet weten. De originele plannen om Vijd en de polder opnieuw met elkaar in contact te brengen werden door de Corona-pandemie danig in de war gestuurd. Toch heeft Joos Vijd de afgelopen maanden veel volk richting Grenspark Groot Saeftinghe gelokt. De opeenvolgende maatregelen om Covid-19 te beteugelen hebben veel mensen de natuur in 'gedreven'. Op zoek naar frisse lucht en een verantwoorde uitstap wisten wandelaars en fietsers de wijdsheid van onze polders goed te waarderen.
De relatieve drukte aan het ontmoetingscentrum in Prosperdorp is ook de media niet ontgaan. Zo berichte de Provinciale Zeeuwsce Courant deze week over de aantrekkingskracht van Joos Vijd op de dagtoerist. Een leuke opsteker voor de Streekholders van Grenspark Groot Saeftinghe, nu nieuwe maatregelen opnieuw een halt toeroepen aan de ontwikkelingsdrang van onze ondernemers. Dat het toerisme desondanks of misschien wel dankzij Corona een kleine boost heeft gekregen nemen we hierbij graag voor lief. Want wie het grenspark eenmaal heeft leren kennen komt hier zeker weer terug. Dat staat vast.
Lees hier het artikel in de PZC